Van unieke Coca-Cola-fabriek in Alphen tot bijzondere appartementen
Als je een gemiddelde inwoner van Alphen vraag stelt of de eerste Coca-Colafabriek van Nederland in Alphen stond, geeft deze als antwoord: ‘Ja, natuurlijk!’. Logisch, want nogal wat websites en sociale media melden dit verhaal, met als begin 1949, soms zelfs 1936. Maar klopt dat wel? Kan Alphen trots zijn op het idee dat de Nederlandse triomftocht van Coca-Cola in Alphen zou zijn begonnen? Of ligt het toch anders? Om daarop een antwoord te vinden dook de redactie van Beleef het Erfgoed in de geschiedenis van Coca-Cola in Nederland en de rol van Alphen daarin.
De eerste Coca-Cola in Nederland: Amsterdam 1928
Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 was Coca-Cola voor het eerst in Nederland verkrijgbaar. De flesjes waren met de boot meegekomen, waarop ook de Amerikaanse sporters de oversteek hadden gemaakt. De introductie was een succes. Daarom bouwden de Amerikanen in 1930 in Amsterdam een bottelarijfabriek en niet veel later ook in Rotterdam. Uit deze fabrieken rolden de eerste ‘Nederlandse’ Coca-Cola flesjes van de band. Daarmee is de mythe ontrafeld dat de eerste Coca-Colafabriek van Nederland in Alphen zou hebben gestaan. Die eer gaat echt naar Amsterdam.
De Alphense connectie: Distributie vóór de oorlog
Toch heeft Alphen een belangrijke rol gespeeld in de opmars van de frisdrank. Coca-Cola zocht voor de Tweede Wereldoorlog distributeurs om de flesjes aan de Nederlandse consument te kunnen verkopen. Zo kwam de Amerikaanse leiding van de Amsterdamse fabriek in 1936 uit bij de Alphense fabrikant Wim Zijerveld. Hij had in de Julianastraat, in het achterste gedeelte van het Schoutenhuis, een zogenaamd drinkwater- of gazeuse fabriekje en was daardoor een logische keuze. Hij had verstand van de frisdrankenmarkt. Van Zijerveld bracht de flesjes met een totaal andere smaak dan de gangbare limonades succesvol aan de man en bouwde daarmee veel goodwill op bij Coca-Cola. Dat zou zich na de oorlog terugbetalen.
De opmars na de Tweede Wereldoorlog
Na de bevrijding laaide de belangstelling voor de frisdrank weer op. Dat kwam mede, doordat Amerikaanse en Canadese soldaten flesjes uitdeelden, die ze rechtstreeks uit de VS meenamen. De productie in een Nederlandse fabriek kon nog niet. Niet alleen was de Rotterdamse fabriek bij het bombardement vernietigd, maar suiker was, een belangrijk ingrediënt, op de bon. Maar in de loop van 1948 werd suiker weer normaal beschikbaar en kon Coca-Cola in Nederland aan een ambitieuze groei beginnen. Dat zou niet lukken met alleen de fabriek in Amsterdam. Daarom zocht de directie meerdere bottelaars in het land. Al in november 1948 sloot Coca-Cola een licentieovereenkomst met Zijerveld, de betrouwbare relatie van voor de oorlog.
Hoe werkte de productie in Alphen?
Na een bescheiden interne verbouwing ging in juni 1949 de productie in de Julianastraat van start. Het proces verliep als volgt: uit Amsterdam kwamen vrachtwagens met het cola concentraat dat in de VS was geproduceerd, in Alphen voegden werknemers daaraan suiker en koolzuurwater toe. Vervolgens gingen routeverkopers en vertegenwoordigers de weg op om de drank aan de man en vrouw te brengen. Het ging om de kleine flesjes, want grotere (liter)flessen kwamen pas veel later op de markt.
Zijerveld werd zo de eerste zelfstandige Nederlandse Coca-Cola bottelaar. Daarna zouden nog meer zelfstandige bottelaars volgen. Met zelfstandig werd bedoeld dat ‘de revenuen ten goede kwamen aan de Nederlandse bottelaar, dus niet aan de Corporation in de hoofdstad’, zoals Het Parool het op 6 februari 1951 meldde.
De groei en verhuizing naar de Foreestlaan
De snelgroeiende populariteit van de frisdrank en de uitbreiding van het rayon leidden ertoe dat het bedrijf van Zijerveld in de Julianastraat al snel uit zijn jasje groeide. Ook ontstond in de Julianastraat steeds vaker een verkeerschaos met af- en aanrijdende vrachtwagens. In april 1958 werd aan de Foreestlaan 3 (nu Qizini Alphen) een veel groter pand in gebruik genomen, later kwamen daar nog een grossierderij en verkoopruimte bij. Was het bedrijf in 1949 met tien man personeel begonnen, in 1964 was het aantal personeelsleden opgelopen tot ruim 50.
Het einde van de Alphense fabriek
Coca-Cola Nederland (lees Coca-Cola in de VS) zocht steeds meer naar efficiency en kostenbesparing. Zijerveld verschoof mede daarom een groot gedeelte van de productie naar Arnhem (1967). Uiteindelijk zou dat in 1972 leiden tot de sluiting van de Alphense fabriek, na vele miljoenen flesjes Coca-Cola te hebben geproduceerd voor een groot gedeelte van Midden-Nederland.
Daarmee kwam een einde aan de Alphense Coca-Colafabriek, die dan weliswaar niet de eerste van Nederland was, maar wel de eerste zelfstandige bottelaar!